Saturday, May 10, 2008

Jordskokk



De kassieres bij de supermarkt worden vaak heel nerveus als ik met pastinaak, pompoen of zoete aardappelen kom aanzetten bij de kassa. Sommigen doen alsof hun neus bloedt en slaan doodleuk 'wortel' aan, anderen kijken me vreemd aan en vragen dan 'wat IS dit?'. De meeste kassieres weten nog wel wat een andere ongewone groente is: jordskokk (spreek uit joerskok). Vroeger werd die meer gegeten in Noorwegen maar tegenwoordig is het een beetje een vergeten groente. Dat geldt ook voor pastinaak bijvoorbeeld maar omdat die eigenlijk ook heel lekker zijn heb ik maar eens een bakje jordskokk meegenomen.

Jordskokk, in het Nederlands aardpeer, topinamboer of Jeruzalemartisjok, ziet er uit als een aardappel met een bad-hair day. Je moet ze net als aardappels dun schillen en dan kun je ze koken of bakken. Ze smaken fris, kruidig, zoet en ik denk dat we er nog heel wat van gaan eten.

Hier komt een recept voor jordskokk-soep (voor 4 personen):

Fruit een in stukjes gehakte grote ui, bak 400 g in 'frietjes' gesneden jordskokk 5 minuten mee, beetje peper en provencaalse kruiden erbij. Dan groentebouillon erbij zodat het genoeg soep wordt voor 4 personen. Tegen het eind gooi je er een klont creme fraiche in en klaar.

Afgelopen Pinksterweekend waren we nog steeds onder de indruk van die lelijke knolletjes en lazen ergens dat ze -30 graden overleven, meerjarige planten zijn, en leuke gele bloemen krijgen. Perfekt voor in onze tuin-in-wording dus! Na wat rondbellen bleek een eco-boerderij in Melhus jordskokk te verkopen, dus zijn we in de auto gestapt en hebben we Melhus bezocht, 20 km ten zuiden van Trondheim.

De boerin was nog een beetje slaperig zei ze want afgelopen nacht was er een veulentje geboren op de boerderij. Voordat we het wisten stonden we in de 'fjøs' - de veeschuur - te kijken naar het veulentje van een Shetland-pony. In het halfdonker een foto maken met een mobieltje is nogal een long shot maar hier zijn moeder en zoon:


Met een grote zak jordskokk + uien + aardappels stapten we weer in de auto en na een middag in de tuin wordt het nu afwachten totdat we ergens in de herfst jordskokk kunnen oogsten.

Monday, May 05, 2008

Zolder: de tussenstand

Tja, de zolder. Ons winterproject, schreef ik ooit nog lekker naief. Dat project heeft nogal wat vertraging opgelopen, vooral door het ondoordringbare web van regels en formulieren dat de gemeente heeft gesponnen rondom het gemeentehuis. Misschien lukt het me om wat frustratie van me af te schrijven. O ja, er is wel hoop hoor, maar daarover later meer.

Eerst maar even een globaal idee van wat er aan te pas komt als je denkt een bed op zolder te zetten, want daar komt het in feite op neer. Om te beginnen is er sprake van een bruksendring - verandering van gebruik van de ruimte, en ook van een fasadeendring - juist. Voor beiden geldt dat ze vergunningplichtig zijn. Het aanvragen van een vergunning is zo ingewikkeld dat voor alle aanvragen die verder gaan dan het ophangen van een schilderij, een ansvarlig søker moet worden ingeschakeld. Dat is een bedrijf dat namens de byggmester (dat zijn wij) de vergunning aanvraagt.

Zo'n ansvarlig søker schakelt nadat de vergunning is verleend in opdracht van de byggmester een ansvarlig utførende in - een 'technische' onderaannemer die op zijn beurt zorgt dat zijn onderaannemers de klus op een juiste wijze uitvoeren. Maar goed, laten we niet op de zaken vooruitlopen - eerst die vergunning zien te krijgen.

Ons huis telt 4 etages (kelder, 1e en 2e verdieping, zolder). Door de bruksendring op de zolder maken er opeens 4 etages deel uit van het bruksareal (de vloeroppervlakken waar mensen zich langere tijd bevinden). Daardoor vallen we formeel gezien in een hogere brannklasse (brandveiligheidsklasse). In die hogere brandklasse moet er een fikse brandtrap aan de buitenkant van het huis worden geplaatst en tal van andere maatregelen die bij een oud houten woonhuis eigenlijk overkill zijn. Daar kon volgens onze ansvarlig søker prima een mouw aan worden gepast door een brannteknisk konsulent een brannrapport te laten maken waarin werd uitgelegd dat brandklasse 3 te handhaven was.

Een gangbare oplossing volgens de deskundigen, dus we hebben fors (ik herhaal fors) geinvesteerd in een brandtechnish rapport. Natuurlijk hadden we de gemeente al lang geleden gevraagd om aan te geven of ons huis per ongeluk in een reguleringsplan valt waar beperkingen gelden, maar nee, dat was niet het geval. Dat klopte volgens de website van de gemeente, daar vielen we keurig buiten alle bekende antikvariske bevaringsområder (antiquarisch beschermde stadsdelen).

Oh ja, bijna vergeten. Alle omliggende huizen moeten per aangetekende post een nabovarsel ontvangen (een buren-aankondiging), en ze hebben dan drie weken de tijd om protest aan te tekenen tegen de voorgenomen plannen.

Goed, tot de tanden gewapend met brandrapport, blanko nabovarsel, prachtige tekeningen (14 stuks), een intentieverklaring van de toekomstige ansvarlig utførende en ander fraais produceerde de ansvarlig søker de vergunningaanvraag - 70 bladzijden dik.

Nu even naar adem happen, en ontspannen. Ok.

De beurt was aan de gemeente. Die begon met een kapitale procedurefout door de zaak door het byggekontor te laten behandelen. Later hoorden we dat dit sinds 1993 niet meer is toegestaan, het byggekontor mag alleen de procedure toetsen, niet de inhoud. Jammer dat de proceduretoetser een procedurefout van jewelste maakt, maar dat terzijde. Goed, het byggekontor maakte gehakt van het (peperdure) brandrapport, en constateerde dat de aanvraag eigenlijk wel in een andere brandklasse terecht zou zijn gekomen. En dus werd ons aangewreven dat we niet contact hadden opgenomen met het piece de resistance - de byantikvar.

De byantikvar is een soort welstandscommissie die, 4 man sterk, oordeelt over alles: van raampjes in vakantiehuisjes tot en met de hoogte en estetiek van hotels, woontorens en kantoren. Het byggesakskontor klopte zelf maar eens aan bij de byantikvar en vroeg om een schriftelijke uitspraak over het Raam. Alle informatie op internet negerend kwam de byantikvar op de proppen met een (letterlijk) verfrommeld handgetekend kaartje uit 1990 waarin grof een veeg was ingetekend over ons stadsdeel heen, met daarbij aangetekend: byantikvarisk bevaringsområde. Het mes in de rug voor de bouwplannen. Hoewel we ernstig twijfel(d)en aan de rechtsgeldigheid van dit vodje staat er wel degelijk een stempel op van de gemeente, dus ver komen we niet met klachten.

Tja, wat nog meer - oh ja. De byantikvar had ook twijfels bij de lichtverdeling op de zolder en adviseerde dus het verblijf niet als bruksareal goed te keuren. Voor zover wij begrijpen is de lichtverdeling binnen in een huis niet echt het territorium van de byantikvar, maar goed - het vonnis was duidelijk: neen, geen bed op zolder.

Na dit veto zijn we wel ernstig ons vertrouwen verloren in op de eerste plaats de gemeente, maar ook in de ansvarlig søker, en niet in het minst de brandtechnici. En in ons zelf natuurlijk - we dachten alles heel netjes en correct te doen, terwijl meerdere vrienden ons hadden getipt dat we ofwel eerst de zaak moesten 'bouwen' en dan nog even een goedkeuring aanvragen, ofwel gewoon bouwen en geen honden wakker maken.

Goed, dit was de beknopte uitvoering van het afgelopen half jaar wat betreft de zolder. Inmiddels zijn we bij plan K aanbeland. We laten in het midden hoe we de zolder gaan gebruiken (jep - mondje dicht); we doen een aanvraag voor twee kleinere raampjes (een bij ons, een bij de buren) die we door de byantikvar vooraf schriftelijk zalig laten verklaren, en zorgen zelf wel voor de brandveiligheid. Ook is er inmiddels een mooi trapgat gemaakt, en de trap komt er ook al binnenkort. De isolatie is geplaatst, en langzaam gaan we alsnog geloven in een zinderende zolder. En ja, we hebben inmiddels veel geleerd ja, dat is waar.